Wat veel bosbezoekers niet weten, is dat bijna álle dieren in het bos in de herfst- en wintermaanden voor een groot deel afhankelijk zijn van boomvruchten en paddenstoelen.

Hazen, reeën, eekhoorns, vogels, herten, muizen hebben allemaal kastanjes, eikels en beukennootjes op het menu staan. Natuurlijk is het leuk om hiervan wat te rapen als versiering voor bijvoorbeeld je herfsttafel, maar als je zakken vol weghaalt, dan pik je dus eigenlijk het eten van de dieren. Het is hun voedselvoorraad. De dieren hebben het elke winter weer zwaar. Het is niet voor niets dat die boomvruchten juist vlak vóór de winter naar beneden vallen. Er zitten mineralen en vitamines in die voor de dieren onmisbaar zijn.

Kinderen mogen best een paar mooie kastanjes mee naar huis nemen, maar geen tassen vol; de rest is voedsel voor de dieren. Uit de kastanjes, eikels en beukennootjes die de dieren op de grond over het hoofd zien kunnen bovendien weer nieuwe bomen groeien.

Tekst: Eveline Blok, boswachter Natuurmonumenten