Boswachtersblog: Ik zie ze vliegen
Maar zie jij ze ook? Op de aangename dagen in het voorjaar en de zomer kun je ze zien vliegen in het duin van bloem naar bloem op zoek naar stuifmeel en nectar. De bijen, hommels en zweefvliegen. Maar hoe weet je nu met welke van de drie je te maken hebt? Hier een paar weetjes over het gedrag en uiterlijk van deze insecten.
Honingbij en wilde bijen
In Nederland leven 370 soorten wilde bijen én de honingbij. Wilde bijen leven (veelal) solitair. Ze hebben geen nest met een bijenvolk samen maar een vrouwtje maakt een nest alleen voor haar eitjes. Het kan wel zijn dat vrouwtjes hun nestjes dicht bij elkaar leggen in een kolonie maar een vrouwtje zorgt zelf voor haar eitjes en verzamelt stuifmeel voor haar larven.
De honingbij is een sociale bij die leeft in een volk met een koningin, vele werksters (vrouwtjes) en darren (mannetjes). Het is de enige bijensoort in Nederland die honing produceert. Om die reden worden honingbijen gehouden. Wist je dat gedomesticeerde honingbijen concurrenten zijn van wilde bijen? Vandaar de bezorgdheid die er soms geuit wordt over het houden van honingbijen. Ze worden immers door imkers in grote volken gehouden en zouden zo zorgen voor oneerlijke voedselconcurrentie van nectar en stuifmeel.
Hommels en zweefvliegen
Hommels zijn net als de honingbij sociale insecten die leven in een hommelvolk van 50 tot 200 exemplaren (een bijenvolk is vele malen groter). Je kunt hommels (vaak) herkennen aan hun lange antennes, behaarde, bolle lijven en kale platte poten. Ze hebben vier vleugels en hun lijf bestaat uit een kop, borststuk en achterlijf.
Zweefvliegen kun je herkennen aan hun korte antennes, dunnere poten en ze hebben maar twee vleugels.
Bloembezoek
Er zijn bijensoorten die voor hun stuifmeel afhankelijk zijn van maar één specifieke plant. De grijze zandbij verzamelt bijvoorbeeld alleen maar stuifmeel van wilgenkatjes en de ranonkelbij van de boterbloem. De soorten die afhankelijk zijn van één type bloem, zijn dan ook vaker de kwetsbare bijensoorten, gevoelig voor uitsterven. Voor nectar zijn deze specifiek afhankelijke bijen vaak niet afhankelijk van één plantensoort.
Tekst: Simone de Maat, boswachter PWN