Boswachtersblog: Lente! Vlinders fladderen in het duin
Zaterdagmiddag 15 april, de eerste keer dat ik dit jaar een vlinderroute loop. Samen met mijn collega-boswachters monitor ik op een aantal routes in Nationaal Park Zuid-Kennemerland de aanwezige vlinders. We tellen ze, bepalen welke soort het is en misschien kunnen we zelfs bepalen of het een mannetje of een vrouwtje is en wat hij of zij aan het doen is: foerageren (eten zoeken), overvliegend of territorium verdedigen (wist je dat vlinders hier zelfs met elkaar om vechten?).
Vandaag heb ik op mijn telroute niet één vlinder gezien. Er staat dan ook behoorlijk wat wind. Op mijn fietstocht op weg naar het Nationaal Park, kwam ik wel 3 citroenvlinders tegen, 3 mannetjes. Die zijn gemakkelijk te herkennen aan hun gele kleur. Vrouwtjes zijn veel valer geel en kunnen daarom aangezien worden voor een koolwitje. Citroenvlinders overwinteren als vlinder, waardoor mannetjes op zonnige dagen al vanaf februari gezien kunnen worden.
Op de foto bovenaan is een oranjetipje te zien. Ook dit is een mannetje, die ook weer kleurrijker is dan het vrouwtje. Hij zit op een pinksterbloem. Deze bloem is een van de waardplanten van deze vlinder. Dit betekent dat het vrouwtje een eitje afzet op deze plant, net onder de knop van de bloem op de steel. Als de rups uit het ei komt, eet hij van deze plant. Als het tijd wordt om te verpoppen tot vlinder, verlaat hij de plant en kiest een struik of boom uit om zichzelf in een spinsel te wikkelen. Zo overwintert hij als pop om begin mei als vlinder uit zijn spinsel te kruipen.
Er zijn vlinders, zoals de duinparelmoervlinder, die alleen viooltjes als waardplant hebben en daar dus voor hun voortbestaan van afhankelijk zijn!
Helaas voor mij vandaag geen lentefladders om me heen, maar mocht je in het duin zijn, kijk dan eens goed om je heen of je een vlinder kunt ontdekken, en kunt bepalen wat voor een vlinder het is.
Tekst: Simone de Maat, Boswachter PWN