PWN onderzoekt: Onderwaterleven in het Wed

Een lichtval onder water: onderzoek doen terwijl je slaapt.

Marco van Wieringen is vrijwilliger bij PWN. Hij doet onderzoek naar onderwaterdieren in het Wed. Hij stelde de boswachters van PWN voor om op zoek te gaan naar bijzondere onderwaterdiertjes die in het schone duinwater voorkomen. Marco maakte daarvoor zelf een lichtval:

‘Watermijten komen 's nachts af op licht onder water. Daarom kwam ik op het idee om een lichtval te maken, zodat ik ze beter kon verzamelen. Van wat PET-flessen heb ik een ontwerp nagebouwd en de val voorzien van een kampeerlamp in een waterdichte zak.

’s Avonds laat ik de val in het water zakken. In de nacht zwemmen de dieren via spleten tussen de halve PET-flessen naar de lamp. ’s Ochtends vroeg trek ik de val omhoog uit het water en zakt de vangst in het net wat eronder hangt. In het net zitten vooral watermijten, waterwantsen, kokerjufferlarven, keverlarven, vlokreeften, nimfen van eendagsvliegen, libellenlarven, en poppen van pluimmuggen.’


Marco van Wieringen bij het Wed.

Meer over het onderzoek

In januari 2020 en eind mei 2021 zijn in totaal drie vangsten uitgevoerd met de onderwaterlichtval in het Wed. Het Wed is een heel interessante plas voor dit soort onderzoek, omdat het er heel diep is, tot wel 8,5 meter. Bovendien is het water heel schoon. In zo’n duinplas, puur gevoed door regen en schoon grondwater, kun je de wat zeldzamere soorten verwachten.

In januari 2020 viel het me op dat het doorzicht er heel hoog is, zeker 7 meter. Tot op die diepte is de bodem bedekt met kranswier. Deze waterplant houdt van een goede waterkwaliteit. Verder groeit er veel smalle waterpest: een rijke structuur voor tal van waterorganismen en vis, zoals zeelt.

Eerste monsters

Tijdens de eerste nacht van 10 op 11 januari 2020 rustte de val op 6,6m diepte op de bodem tussen de kranswier en smalle waterpest. De vangst in de ochtend betrof naast een wolk aan roeipootkreeftjes en wat watervlooien voornamelijk de tijgervlokreeft en een divers gezelschap van vijf soorten duikerwantsen. Een week later is de val een meter boven de bodem gehangen, zwevend in de waterkolom, hangend aan een lege PET-fles als boei. Opvallend was dat de vlokreeft vrijwel niet meer voorkwam in het monster, maar dat de hoeveelheid duikerwantsen ongeveer hetzelfde was, met nog eens twee soorten extra. Vlokreeften foerageren vooral nabij de bodem. Duikerwantsen zijn goede zwemmers die bovendien regelmatig naar het wateroppervlak zwemmen voor verse lucht en dan de val passeren.

Bemonstering in mei

De bemonstering in mei dit jaar in het diepe water en tussen het riet langs de oever, leverde opnieuw veel duikerwantsen op en ditmaal ook flink wat watermijten. In ’t Wed komen ook een aantal exoten voor. Dat zijn organismen die door toedoen van de mens uit verre streken zijn aangevoerd. In ’t Wed zijn dat de tijgervlokreeft, de tijgerplatworm en de Amerikaanse schijfhoren. Ze voelen zich goed thuis in de velden met smalle waterpest; ook een exoot. Toevallig allemaal van oorsprong Noord-Amerikaanse soorten, die elkaar in ’t Wed gevonden hebben.

Nog niet alle dieren van dat onderzoek zijn gedetermineerd. De score voor de waterwantsen staat inmiddels op achttien soorten, waaronder vijf zeldzame: de zandputduikerwants, de venduikerwants, het oostelijk zwemmertje, de baardduikerwants en de langhandsigaar. De foto’s geven een indruk van de vondsten in het water van het Wed.

 

 

 

 

 

Klik hier voor meer foto's van de onderwaterdiertjes.

PWN gebruikt de resultaten

PWN boswachter Imreël van der Sloot is blij met het initiatief van Marco: 'Door onderzoeken zoals deze krijgen we een goed beeld van de waterkwaliteit van de duinmeren. Dat is belangrijk omdat het laat zien hoe het gaat met de flora en fauna in ons beheergebied. Ook kunnen we zien welke effecten ons natuurbeheer heeft op de biodiversiteit.'