Boswachtersblog: Ook slakken houden een winterslaap
Wist je dat ook slakken een winterslaap houden? De meeste slakkensoorten graven zich in voor de winterslaap en trekken zich diep terug in hun huis. De ingang wordt afgesloten door een mengsel van slijm en aarde, dat hard opdroogt. Zo is de slak verzekerd van een ongestoorde slaap. De afsluiting zorgt er ook voor dat de slak niet uitdroogt of kan bevriezen.
Tijdens de winterslaap, die wel 3 tot 4 maanden kan duren, vertraagd de ademhaling, hartslag en spijsvertering. Mocht de vorst toch nog het huisje binnendringen, dan hebben verschillende slakkensoorten, waaronder de wijngaardslak, nóg een slimme manier om bevriezing te voorkomen. Ze produceren een soort antivries, die het vormen van ijskristallen tegen gaat. Op deze manier kunnen de slakken toch nog overleven bij een paar graden onder nul.
Als het weer warmer wordt, breekt de slak door de afsluiting en begint een nieuw leven. Wordt het in de zomer te warm of te droog, dan trekt de slak zich ook terug, maar dan voor een zomerslaap...
Tekst: Eveline Blok, boswachter Natuurmonumenten
Beeld: Simone de Maat, boswachter PWN