Duinslangen in Zuid-Kennemerland?
Boswachter Ruud Luntz van Natuurmonumenten deed in Nationaal Park Zuid-Kennemerland een mooie ontdekking: een groep van wel 12 krioelende hazelwormen. Volgens kenners is dit nog niet eerder is dit zo gezien. Boswachter Luntz ontdekte de groep onder een plastic plaatje, dat hij neer heeft gelegd om hazelwormen te kunnen tellen. Ze liggen graag onder zo'n afdakje.
Hazelwormen worden de laatste jaren steeds meer gezien in het duingebied tussen IJmuiden en Zandvoort. In eerste instantie lijkt het een slang, maar het zijn hagedissen zonder pootjes. Geen gespleten tong, geen tanden om mensen mee te bijten maar wel ogen waarmee het dier kan knipperen (dat kunnen slangen niet). Hazelwormen eten naaktslakken, kleine insecten en duizendpoten.
Ze worden veel gezien op fietspaden, waar ze graag liggen op te warmen. Helaas zijn ze daardoor ook regelmatig verkeersslachtoffer. Maar soms ligt er alleen de staartpunt van de hazelworm op het fietspad, en is de rest niet te vinden. Dan heeft het dier het overleefd. Ze kunnen namelijk, net als andere hagedissen, een deel van de staart 'afstoten'. De aanvallende vogel pakt het kronkelende staartdeel dan, en het dier kan wegkomen. De staart groeit daarna weer aan.
Volwassen hazelwormen kunnen 30 tot 45cm lang worden en zijn glanzend bruin, soms met een donkere lengtestreep. Ze zijn koudbloedig en houden, verstopt in strooisel en grasruigte, een winterslaap van half oktober tot half maart.
Foto: Ruud Luntz