Wie niet prikt is weg
Als je niet wilt worden opgegeten, moet je je verdedigen. Als plant kan je dat op verschillende manieren doen: je bent giftig, je smaakt vies of je prikt. Meidoorn is lekker maar hij prikt.
Vooral de eenstijlige meidoorn is berucht om zijn gemene doorns: ze staan overal op de takken verspreid, zijn tot wel 3 centimeter lang en eindigen in een keiharde scherpe punt.
Laat dat nou net de meidoornsoort zijn die van nature in de kalkrijke duinen van ons Nationaal Park Zuid-Kennemerland voorkomt.
Nu zijn er natuurlijk nog wel meer planten in het duin die doorns hebben zoals, duindoorns, duinbraam, duinroosjes, wegedoorn en boksdoorn.
De namen alleen verklappen al dat het hebben van doorns een prima manier is om in het duin te overleven.
Veel duinplanten zonder doorns smaken inderdaad vies of zijn, al dan niet in grote hoeveelheden, giftig.
Ik heb me lang afgevraagd of dat toeval was.
Ik denk het niet.
Al wat weerloos, lekker en gezond was is al lang uit het duin verdwenen.
Weggegeten.
Opgeslokt voor het volgroeid was.
Verorberd voor het tot bloei kwam.
Opgegeten voor het zaad rijp was en weggeknabbeld voor het zich kon voortplanten.
Tenzij de plant zich kon verdedigen...
De meidoorn is daar wonderwel in geslaagd.
Alleen jonge meidoorntjes, waarvan de doorns nog niet verhout en hard zijn, worden gretig gegeten. Konijnen zijn er gek op.
Zo bleef het duin ondanks de enorme kiemkracht van de meidoornbessen eeuwenlang een vrij open landschap.
Sinds de konijnenstand in de duinen door ziektes gedecimeerd is, kunnen de kleine meidoorntjes veilig opgroeien tot grote struiken.
Herten en reëen knabbelen elk jaar aan de jonge meidoornscheuten maar de hoogste takken zijn al snel buiten hun bereik.
De meidoorns in het duin kunnen nu ongestoord bomen worden van wel 10 meter hoog en ze komen prachtig in bloei.
Dat is deze maand goed te zien.
Nooit eerder waren er in het duin zoveel grote bloeiende meidoorns te zien.
Het hele middenduin en de binnenduinrand ruikt zwoel en kleurt wit.
Geniet ervan nu het nog kan: de hooglanders hebben ontdekt dat meidoorn lekker is en dat er tussen de bloemtrossen amper doorns zitten. Ze eten hun buikje rond.
Soms biedt een overlevingsstrategie voor de één onverwachte mogelijkheden voor een ander...
Tekst en Beeld Ina Roels, boswachter PWN