Hotspot 1


Hotspot 1: Kruip in het hol van de wolf

Introductie

Ooit was de wolf het meest voorkomende grote roofdier op aarde. Tot de 19e eeuw, toen er zo intensief op hem werd gejaagd dat hij in West Europa zo goed als uitgeroeid werd. De wolf kwam daarna alleen nog voor in afgelegen streken in Oost- en Zuid Europa.
In de afgelopen decennia verspreidden wolvenpopulaties zich echter opnieuw over heel Europa. Italiaanse wolven trokken naar de Franse, Zwitserse en Oostenrijkse Alpen. Oost-Europese wolven vestigden zich in voormalig Oost-Duitsland en zwierven verder uit naar het Westen. In de zomer van 2013 werden in Denemarken de eerste wolvenjongen geboren.

In Nederland, waar de laatste wolf in 1881 werd afgeschoten, werd er begin 2015 voor het eerst in 150 jaar weer een wolf gezien. Dat was in het noorden van het land, en sindsdien zijn er ook elders in Nederland wolven gespot. In 2018 telden we hier acht  eenzame wolven. Een van hen, een vrouwtje, heeft zich nu permanentgevestigd in Nationaal Park De Hoge Veluwe. En een mannetje heeft zich bij haar gevoegd.  Onderzoekers verwachten de eerste jongen in mei 2019.

Hoewel dat voor hem niet eenvoudig zal zijn, trekt de wolf in de toekomst mogelijk ook naar de duingebieden. De aanwezigheid van dit roofdier in een dichtbevolkt land als Nederland roept natuurlijk vragen op. Bijvoorbeeld of de wolf een bedreiging vormt voor ons vee, onze huisdieren en voor de mens zelf. Kunnen we wel samenleven met de wolf, en wat zal zijn impact op het landschap zijn?

Vanaf december 2018 presenteert PWN de tentoonstelling  'Door de ogen van de wolf', over de terugkeer van de wolf in Europa en in Nederland. Als drinkwaterbedrijf en natuurbeheerder wil PWN inzicht geven in de wolf en zijn ecologie, en in wat het zou betekenen om Nederland te delen met dit bijzondere roofdier.

De grijze wolf

De grijze wolf (Canis lupus), ook wel houtwolf, westerse wolf, gewone wolf of simpelweg wolf genoemd, is een hondachtige soort die leeft in Noord Amerika en Eurazië. De grijze wolf kwam vroeger in heel Europa voor, maar door bejaging door de mens werd zijn leefgebied teruggedrongen tot ongeveer een derde van wat het oorspronkelijk was. In de jaren vijftig van de vorige eeuw kwam daar verandering in. Mensen trokken steeds meer naar de steden, het platteland liep leeg. Daarmee verdween ook de noodzaak om wolven te doden en begon in Europa het herstel van de soort. Ook de wettelijke bescherming van de wolf, sinds ongeveer 1970, droeg sterk bij aan de groei van wolven populaties. Tegenwoordig zijn wolven na de bruine beer (Ursus arctos) de meest voorkomende grote carnivoren in Europa.

De wolf is sterk, veerkrachtig, snel en hij heeft hoog ontwikkelde zintuigen. Deze eigenschappen maken hem tot een fascinerend en legendarisch dier. Met zijn grote intelligentie en aanpassingsvermogen is hij bovendien in staat lange reizen te maken en te overleven in de moeilijkste omstandigheden. Maar de grootste kracht van de wolf ligt toch in zijn sociale leven binnen de roedel. Door de roedel kan de wolf op grote prooien jagen, het territorium verdedigen en de jonge wolven beschermen en grootbrengen.

Weetjes over het hol van de wolf

  • Bijna het hele jaar rusten en slapen wolven in het gras of tussen de struiken. Maar is het paarseizoen eenmaal begonnen, dan verhuist de hele roedel naar de buurt van het hol. Daar  bevalt het vrouwtje van de puppy’s of pups en verzorgt ze.
  • Wolvenholen vind je op allerlei plekken. Een holle rivieroever, een kloof tussen de rotsen, een holle boomstam, een ruimte onder een omgevallen boom of onder een overhangende rots. Wolven gebruiken ook wel eens de verlaten holen van andere dieren, van een beer bijvoorbeeld of van bevers.
  • Een wolvenhol heeft twee of meer ingangen. Ze zijn te herkennen aan de hoge stapel afval die er voor ligt.
  • Wolvenholen zijn meestal in de buurt van water, en ze liggen wat hoger zodat de wolf een naderende vijand meteen kan zien.
  • Het hol moet groot genoeg zijn voor de moeder en haar pups. Het beschermt ze tegen het weer en tegen andere (vijandige) dieren. Buiten het hol kun je  het gehuil van de pups om hun moeder dan ook niet horen.
  • De vader van de pups beschermt het hol. Andere roofdieren zoals beren, lynxen en zelfs arenden, lokt hij weg.
  • Sommige roedels keren steeds weer naar hetzelfde hol terug. Vrouwtjes gebruiken soms het hol waar ze zelf zijn geboren. Maar er zijn ook wolven die elk jaar een ander hol maken.
  • Wolven wisselen soms tussentijds van hol. Bijvoorbeeld als het hol is verstoord door mensen of andere dieren, of als het is besmet met een parasiet. De pups worden dan soms wel een kilometer of meer verplaatst.

ID van de wolf (of het paspoort van de wolf)

  • Europese wolven behoren tot de Canis lupus, oftewel de grijze wolf. Naar schatting leven er zo'n 16.000 tot 18.000 grijze wolven in Europa.
  • Wolven hebben een groot aanpassingsvermogen: ze kunnen in hele verschillende landschappen leven, van toendra tot dichte wouden, en van de bergen tot de Mediterranee. Ze leven ook in bevolkte gebieden in de buurt van de mens, zolang er maar wat te eten is.
  • Een volwassen mannetjeswolf is tot zijn schouder gemeten ongeveer 80 cm hoog. Zijn lichaam heeft een totale lengte van 1,8 tot 2 meter (inclusief de staart).
  • Een volwassen mannetje  weegt 30-50 kg. Vrouwtjes zijn wat kleiner en wegen 20 - 40 kg.
  • Een wolf kan 15 tot 20 jaar oud worden, maar in het wild wordt de wolf meestal niet ouder dan 10 jaar.
  • De wolf kan snelheden bereiken van 50 km per uur. In een nacht kan hij wel 60 km afleggen.
  • Wolven zijn carnivoren en jagen vooral op grote hoefdieren zoals elanden, edelherten en wilde zwijnen. Maar ze eten ook hazen, bevers en kleinvee. En kleinere dieren als vogels, knaagdieren, reptielen en insecten. Als er echt niets anders te vinden is, dan eten wolven ook bessen, planten en afval. Een wolf eet tussen de twee en zes kilo  vlees per dag. Hij kan zijn prooi vanaf twee kilometer  afstand ruiken.
  • Mensen vormen de grootste bedreiging voor de wolf, daarom gaat hij ze liever uit de weg.

Introduction

Once the most widespread carnivore on Earth, the wolf was exterminated in most part of western Europe in the nineteenth century. Population only existed in more remote areas in Eastern and Southern Europe. But in the last decades, wolf populations again are spreading across Europe. Italian wolves have moved north to the French, Swiss and Austrian Alps; Eastern European wolves have established themselves in former East Germany and are moving westward. In 1881, the last wolf in the Netherlands was shot and we had to wait almost 150 years for a new individual to come back naturally: it wass in 2015, when a solitary one visited the North of the country. Since then, sightings of wolves in the Netherlands became frequent. In 2018, eight individuals have roamed in the Dutch landscape and now it seems that a female has decided to settle permanently in De Veluwe National Park. Even though it will not be an easy and quick process, the wolf may also come to the dune. The presence of the wolf in a high-densely populated country such as the Netherlands is rising reasonable questions among people: Is the wolf's presence a threat for people and our pet animals? Can the wolf actually live among us and what would be the impact on our landscape?

From December 2018 for one year, PWN and partners are presenting to the public an informative exposition “Door de ogen van de wolf” about the wolf’s coming back in Europe and in the Netherlands. As a Drinking Water and Nature Manager Company, PWN wants to provide information about the wolf and its ecology in order to better understand what it means for the Dutch people and landscape sharing the land with this predator.

The Gray Wolf

 

The gray wolf (Canis lupus) also called timber wolf, western wolf, common wolf or simply wolf, is a canine present in North America and Eurasia. Although the wolf was once widespread throughout Europe, its natural range was reduced to one third of its original size during the last centuries due to human persecution. During the 1950s, when traditional rural economy declined and the need of killing wolves decreased, the recovery of the species in Europe started. Since about 1970, legal protection has also fostered natural recolonization in parts of its original range. Today wolves are the most abundant species of large carnivores In Europe, together with the Brown bear (Ursus arctos).

Fun Facts about the wolf

 

  • Gray wolves are the largest living wild canine species.
  • Even though the average meat consumed by wolves is 2-6 kg per day, adults can eat 9 kg of meat in a single meal
  • The smell traces of a wolf remain ‘active’ in the environment  for an average of 2 to 3 weeks, depending on the amount of precipitation which eventually washes away the smell. In this way a wolf always knows when another individual walked around the area or is still nearby.
  • Wolves can distinguish less colors than humans but they can see better at night. They pay particular attention to movements and they perceive well white.
  • Wolves are bounded and feel attached to the type of habit from their youth. This is why lone wolf usually choose and settle down in an habitat similar to the one they were born even if they travelled very far away from it.
  •  Wolves typically mate for life.
  • Wolf packs usually hunt within a territory, which can range from 129 square kilometers to over a 2,590 square kilometers. In Europe, the territory is usually smaller, between 100 and 500 square kilometers.
  • Wolves often travel at 8 kilometers an hour, but can reach speeds of 64 kilometers an hour.

Strong, resistant, fast and with particularly developed senses: these intrinsic characteristics make the wolf a fascinating and legendary animal. Being a magnificent predator, its intelligence and adaptability allow the wolf to survive in difficult environmental conditions and to travel for long distances with limited food resources. Nevertheless, the real strength of the wolf relies in its pack and in its social life, because wolf pack is able to hunt bigger preys, defend the territory and protect the next generations of puppies providing food and shelter.

More to know about a wolf’s den:

  • During most of the year, wolves rest and sleep on grass or among shrubs but when the reproductive season arrives, the wolf pack stays near the den, where the female can deliver and take care of the pups.
  • Dens may be a deep riverbank hollow, a cleft between rocks, a hollow log, a space under an upturned tree or a space under a rock overhang. Sometimes wolves will use abandoned dens of other animals, such as bear dens or a beaver dam.
  • Dens may have two or more entrances, both of which are usually marked by a large pile of dirt.
  • Den sites are often near a source of water, and are often elevated so that wolves can detect approaching enemies.
  • The den must be big enough for the mother and her pups. It shelters them from the weather and protects the pups from other animals that may want to hurt them (from outside, you cannot hear the pups inside crying and calling the mother)
  • The father of the litter is very protective of the den. He will often act as a decoy, leading predators away from the site (bears, lynxes and even eagles may prey on a very young pup).
  • Packs sometimes use the same den year after year, the females can use the den where she were born. At other times, they make or find a new den each year.
  • Wolves may change dens though the year, moving their pups a Km or more. This may occur because of parasitic infestation of the den or because of a disturbance of the den by humans or other animals.

Roedels en rangorde

Een wolvenfamilie heet een roedel. Een roedel telt meestal 5 tot 11 wolven. 1 of 2 volwassenen, 3 tot 6 pubers, en 1 tot 3 jongen. Net als bij mensen is het wolvengezin heel hecht. De wolven spelen en ‘praten’ met elkaar, en ze werken samen.

In de roedel hebben alle wolven een eigen rol. Bovenaan staan de vader en moeder. Zij zijn de leiders van de familie. Daarom worden ze de alfa’s genoemd. Alfa betekent eerste. Vader en moeder wolf gaan lief met elkaar om. Wolvenparen blijven meestal hun hele leven samen. Totdat een van de twee doodgaat. Dan zoeken ze een nieuwe partner. 

Sommige wolven in de roedel helpen met de verzorging van de jongen en spelen met ze. Anderen gaan op pad voor de jacht. En dan heb je de bewakers, de wolven die het territorium beschermen tegen indringers. Zoals in elke familie is er ook altijd een opstandige wolf, de onruststoker of omega (laatste).

Eén keer per jaar, in het voorjaar, krijgt de vrouwtjeswolf wel 5 of 6 jongen. De eerste weken komt de wolvenmoeder het hol niet uit. Vader wolf zorgt voor al het eten. Pas als de jongen tanden krijgen, mogen ze naar buiten. De hele wolvenfamilie, de roedel, helpt mee bij het opvoeden. De vrouwtjes geven melk. En de mannetjes strijden om het hardst wie er mag oppassen.

Wolvenjongen worden snel groot. Met anderhalve maand zijn ze al heel handig en slim. Dat komt natuurlijk goed van pas als er gevaar dreigt! In de herfst gaan de jongen voor het eerst op jacht. Van de volwassen wolven leren ze dan de fijne kneepjes van het jagen.

Met 1 tot 2 jaar verlaten jonge wolven hun roedel. Ze gaan dan op zoek naar een mannetje of vrouwtje om zelf een gezin mee te stichten.

Een roedel wolven heeft altijd een of twee leiders. Meestal zijn dit de vader en moeder. Dit paar, het broedpaar, heeft meerdere kinderen van verschillende leeftijden. Samen vormen ze een familie.

Vader en moeder wolf blijven vaak hun hele leven bij elkaar. Alleen als een van de twee dood gaat of geen jongen meer kan krijgen, zoekt de ander een nieuw maatje. Soms is dat een eenzame wolf van buiten de roedel, soms een wolf uit de eigen familie.

Maar niet elke wolvenroedel is zo traditioneel. Er zijn ook roedels die constant veranderen. Als de jongen groot genoeg zijn, valt de oude groep uit elkaar. De wolven vormen met elkaar dan weer nieuwe roedels met nieuwe leiders.

De 'alfawolf' bestaat niet.

 

Misschien heb je er wel eens van gehoord: een alfamannetje of alfavrouwtje. Daar wordt iemand mee bedoeld die de baas is. Alfa betekent namelijk eerste. Ook bij wolven hebben we het vaak over de alfawolf. We bedoelen dan de leider. Maar eigenlijk klopt die naam alfawolf niet.

De naam werd ooit bedacht door Rudolph Schenkel, een Duitse bioloog. In 1944 bestudeerde hij het gedrag van wolven in de dierentuin. Hij zag daar dat mannetjes en vrouwtjeswolven streden om de macht binnen hun groep. Vandaar de naam alfawolf.

 

Maar wolven in het wild leven heel anders dan wolven in gevangenschap. Een roedel wilde wolven is meestal een familie. En binnen een familie zijn de vader en moeder automatisch de baas. De andere wolven, hun kinderen, gehoorzamen pa en ma. Er is dus geen strijd om de macht. Wel heeft elke wolvenfamilie, net als mensenfamilies, haar eigen verhaal. De onderlinge verhoudingen tussen de wolven kunnen dan ook behoorlijk ingewikkeld zijn, en bij elke familie weer anders.

Wolvenpuppies

Wolvenpuppies blijven de eerste maand van hun leven in het hol. Moeder wolf zorgt voor ze. Ze drinken melk bij haar en zij houdt haar kinderen warm. Moeder wolf houdt ook het hol schoon. Ondertussen past vader wolf buiten op het huis. Hij let op gevaar en jaagt andere dieren weg. En hij brengt moeder wolf haar eten. Als de pups een paar weken oud zijn, gaat moeder wolf zelf ook weer af en toe uit jagen. Vader en moeder eten de prooi eerst op en braken dat in het hol uit voor de puppies. De puppies kunnen zo langzaamaan aan een vleesmaaltijd wennen.

 

Als de pups drie weken oud zijn, mogen ze naar buiten. Daar gaat de rest van de familie zich ook met de opvoeding bemoeien. De pups mogen bij de andere vrouwtjeswolven drinken, en er wordt natuurlijk naar hartelust gespeeld. Al spelend leren de kleintjes allerlei nuttige dingen van hun oudere broers en zussen. Na anderhalve maand zijn de pups al handig en snel genoeg om aan gevaar te ontkomen. En als de herfst intreedt, mogen ze eindelijk met de anderen mee uit jagen.

Jonge wolven

Alle wolven in een roedel kennen hun plek. Die plek hangt meestal samen met hun leeftijd. De jonge wolven hebben altijd respect voor de oudere wolven. En een oudere wolf speelt altijd de baas over een jongere wolf. Wolven uit hetzelfde nest kunnen wel eens kibbelen om eten of tijdens een wild spelletje. Loopt zo'n ruzie uit de hand, dan grijpt een ouder familielid in.

Ook bij het eten is er een duidelijke rangorde. Vader en moeder wolf eten eerst van de buit. De kinderen mogen niet eten totdat zij klaar zijn. En dat is pas als de ouders genoeg hebben gegeten om zichzelf en hun puppies te voeden. Ze scheuren stukken vlees van de prooi af en nemen die mee om ze ergens in alle rust op te eten.

Ondertussen laten de jonge wolven op allerlei manieren merken dat ze honger hebben. Ze klauwen met hun poten in de lucht, jammeren, krullen zich op en laten hun oren hangen. Ze doen alles om ook maar een hapje mee te mogen eten!

 

 

Wolf Pack

The strength of the wolf, its resistance and adaptability to the most diverse environmental conditions arises from the existence of the pack. Hunting a deer or a wild boar is not an easy task: the danger of being wounded during the attack is real and causes many fatal accidents among wolves. This is why the wolf cooperates within the pack and carefully selects its prey, focusing mainly on old, young or sick animals. Living together is also essential for another role: raising the new litter.

The Leaders in a wolf pack

The leaders of a wolf pack are usually the breeding pair: the mother and father of several generations offspring. For wolves, monogamy is not obligate but usually the leading couple pairs for life. Although the typical wolf pack is a nuclear or extended family (the coupled leaders and their offspring), studies show that wolf populations consist of dynamic packs that are continually forming and dissolving with a high annual turnover of offspring: when once of the breeding individual dies or not breed anymore, she or he can be substituted by a stranger-lone wolf coming from outside the pack or by some other family member.

 

There is no such a thing like ‘the alpha wolf’

Terminology  like the alpha male or alpha female has been used a lot to describe  the hierarchy and social organization among wolves in a family, especially after observing wolf behavior in captive families. Rudolph Shenkel, a biologist who studied the behavior of wolves in a German zoo in 1944, first coined the term “alpha wolf” in reference to his observation. Male and female wolves seemed to compete to become dominant within their group. Many researcher and experts agree on the fact that these terms are wrong when used to refer wolf packs in the wild, when the typical situation is when there are the parents and their offspring. Wolves in the wild behave differently than when they are forced to live together in an enclosure; instead of strangers being thrust together, wolves form around family units. The “alpha male” in a pack is usually just the “father,” the “alpha female” just the “mother”, and the rest of the pack follows their lead, not because of some competitive struggle for dominance, but because it’s mom and dad. In most wolf pack, family relationship are complex and not easy to simplify and in order to understand the dynamics of social relationships within natural wolf packs it is useful to distinguish among families with different stories. 

See also: https://www.mawer.com/the-art-of-boring/blog/the-myth-of-the-alpha-wolf

Juvenile wolves

A young wolf stays within the pack and lives together with its parents and siblings until 1 or 2 years of age, until it will disperse looking for a new mate and a new territory. In interactions with adults wolves, juveniles typically are more humble; thus older wolves effectively intimidate younger wolves. Litter-mates may squabble over food or during rough play and puppies are disciplined by older family members. After a successful hunt, although the food can be potentially enough for everyone, the breeding pair intimidate their offspring. They limit the access to the meat until they gorged enough to feed their pups and had torn off enough chunks to cache and eat at a distance in relative peace. Yearlings approach their parents with submissive attitude, whining in hope to have access to the food, curling their bodies and lowering their ears and pawing widely into the air in a ‘groveling’ manner. Usually they are not allowed to feed until the adults have finished. Parents defend their right to monopolize food in order to continue producing pups, for which their immature older offspring will help care.

The taking care of the pups

The dominant male and female mate once per year, around February-March, and the female has a gestation of about 60 days. Females give birth once per year to a relatively large and numerous (5-6) puppies (compare to family dogs) in a den dug or under tree roots, in a hollow or under a rocky overhang. The puppies are usually born in spring, coinciding with the seasonal increase in food. Pups are born blind and deaf: their eyes open after 10-13 days and they can hear after 21 days. During the first month after birth, mothers generally contribute directly to pup care in the form of milk and body warmth, as well as choosing and maintaining a dry, clean environment. Fathers contribute indirectly in the form of defense of homesites, hunting and provisioning with the food the lactating female. The mother and the puppies don’t leave the den for several weeks, counting on the male and the other members of the pack for food.

When the pups are few weeks older, both male and female parents hunt and bring food to the pups, the female however continues to nurse them and still spend much of their time near the homesite. When parents return to the homesite, they regurgitate to the pups one or more times the food. The new litter comes out of the den at the age of three weeks and after a month and a half they are agile enough to escape from danger. In autumn, they are mature enough to hunt together with adults. The all family is helping in nursing and teaching the pups, not only the mother and the father.

Lone wolves

Due to their social behavior and the structure within a pack, wolves have different characteristics and personalities from each other. Some wolves may decide to stay with their family for the all life, either as dominants wolves or at a lower rank. Sometimes instead, young adults decide to leave the pack and start a solitary journey searching for their space out of the family’s territory. Wolves who do this are known as “dispersers” and their dispersal ensures critical genetic exchange between wolves from different family groups, keeping the wolf populations healthy. The wolf Naya and the other wolves which are coming to the Netherlands are dispersers, lone wolves which decided to explore the world around them

 

Vergelijking mens en wolf

Wolven lijken veel op mensen. Ze zijn intelligent, en ze kunnen overal wonen. En net als mensen zijn wolven heel sociaal. Ze leven graag met elkaar, en maken ook vrienden binnen de roedel. Wolven van dezelfde familie vechten bijna nooit met elkaar. Oudere wolven leren de jongeren hoe ze moeten jagen. Zo geven ze hun kennis van generatie op generatie door.

Wolven zorgen goed voor elkaar. Voor hun jongen natuurlijk. Maar ook voor de gewonde, zieke of zwakke dieren in de roedel. Als een wolf sterft hebben de andere wolven daar duidelijk verdriet om. Ze zijn dan een tijdje in de rouw.

Geschiedens wolf/hond

Ons favoriete huisdier, de hond, stamt af van de wolf. Dat zou je niet zeggen als je een chihuahua ziet! Maar bij een Duitse herder kun je het je best voorstellen. Waar komen die verschillen nou vandaan?

Heel lang geleden zwierven mensen rond. Ze leefden van de jacht en van de planten en vruchten die ze vonden. Totdat iemand op het idee kwam om het land te bewerken. Toen werden ze boeren. Om hun huis en oogst te beschermen, namen veel mensen een wolf. En die huiswolven fokten ze door op allerlei goede eigenschappen. En zo veranderde de wolf heel langzaam in onze huishond.

 

The Strength of the Pack is the Wolf, and the Strength of the Wolf is the Pack. —Rudyard Kipling

Wolves are social animals, and so are the humans. Sharp and intelligent, wolves  form bounded social groups and they are able to adapt to the most different environmental conditions. The relationships among wolves which are part of the same family group are usually peaceful and based on collaborations. Wolves are able to communicate among each other; this allows them to live and cooperate together and create special bonds inside the pack with the only scope of increase the success rate of the family. They care for each other as individuals and they form friendships and nurture their own sick and injured. Playing together into old age, they raise their young as a group, and communicate, collaborate and share knowledge across generations. The older wolves, as more experienced hunters, share hunting strategies and techniques with younger wolves, passing down knowledge from one generation to the next. These special characteristics make the wolf very similar to humans.

History Wolf/Dog

Genetic research identified the wolf as the nearest evolutionary relative of the dog. Wolves and humans have been sharing the same territory since most of the last Ice Age (or Pleistocene). Around 10,000 to 15,000 years ago humans changed from a nomadic hunter-gatherer society to more sedentary agricultural population and started to domesticate wild grey wolves which with time became the familiar dogs. The behavioral and morphological differences between dogs and wolves are the results of strong human-mediated selection for desired behavior traits, morphological characters and the ability to learn and perform different tasks. How a dog is morphological different from a wolf depends on the breed of dog: small dogs like Chihuahua have less in common with wolves than German Sheppard or Snow Husky. In general, wolves have broader heads, smaller, more rounded ears with fur in them, narrower chests, longer legs, and do not have a clear white “mask” on their faces like malamutes and huskies. Wolves also do not have curled tails (like chows or huskies), floppy ears (like beagles), dark brown eyes, or pink noses.